Waschtisch-Armatur-Verbrühungsschutz

Bescherming tegen verbranding in openbare sanitaire ruimtes: normen, verplichtingen en oplossingen

De gevaren door heet water worden vaak onderschat, hoewel al vrij lage temperaturen de huid schade kunnen toebrengen. Erg hoge temperaturen kunnen bij kwetsbare personen ernstige brandwonden veroorzaken, in extreme gevallen met dodelijke afloop. Zeker in scholen, kinderdagverblijven, verzorgingsinstellingen of ziekenhuizen is een betrouwbare bescherming tegen verbranding cruciaal om ongevallen te vermijden. Hierover gaat DIN EN 806-2, hoofdstuk 9.3.2. Ook als normen afzonderlijk gelden of enkel adviserend zijn, is bescherming tegen verbranding in deze plaatsen in ieder geval een veiligheidsverplichting van de exploitant. In de bijdrage krijgt u een overzicht van de belangrijkste feiten evenals van technische en juridische voorschriften als bescherming tegen verbranding in openbare sanitaire ruimtes.

Waarom is bescherming tegen verbranding cruciaal?

Heet water met een temperatuur van 60 °C is in drinkwaterinstallaties noodzakelijk om een buitensporige vermenigvuldiging van legionella te voorkomen en de drinkwaterkwaliteit te behouden. Tegelijk houden die hoge temperaturen ook ernstige risico's in. Naast verbranding en schade aan de huid kunnen bij contact met heet water ook secundaire letsels voorkomen, bijv. een val ten gevolge van een vluchtreactie. Dat gebeurt vaak in douches. Bescherming tegen verbranding, bijv. door thermostatische kranen of mengkranen met temperatuurbegrenzing, vermindert deze risico’s.

Hoe snel en bij welke temperaturen ontstaan verbrandingen?

Hoe ernstig een brandwonde is, hangt af van de watertemperatuur, de duur van het huidcontact, de huid zelf en de betreffende plaats op het lichaam.

  • Al bij vrij lage watertemperaturen, zoals 45 °C, kan de huid bij een langdurig contact ernstig beschadigd worden en kunnen brandwonden van de eerste graad (rode huid, zwelling en pijn) optreden.
  • Brandwonden van de tweede graad (blaasvorming, onvolledige huidvernietiging) en derde graad (volledige huidvernietiging) treden op na max. 8 seconden contact met heet water van 60 °C, bij kinderen zelfs al na ca. 3 seconden.

Welke personen lopen extra risico, in welke ruimtes?

Bepaalde groepen, zoals kinderen, bejaarden, mensen met een beperkte mobiliteit of dementie lopen erg veel risico op verbrandingen. Enerzijds kunnen ze de gevaren door heet water deels onvoldoende inschatten, anderzijds hebben deze personen vaak een beperkt reactievermogen. De huid van kinderen is bovendien veel gevoeliger dan bij volwassenen – verbranding gebeurt sneller en bij lagere temperaturen. Bejaarden lopen dan weer meer risico door bijkomende letsels, bijv. bij een val, omwille van osteoporose door de leeftijd waardoor botten sneller breken.

Gevoelige ruimtes bevinden zich dan ook vooral in kinderdagverblijven, basisscholen, woon- en zorgcentra, ziekenhuizen, dokterspraktijken en andere instellingen die door kwetsbare personen worden gebruikt. Hier is bescherming tegen verbranding en sanitaire ruimtes cruciaal.

Normen en voorschriften: is bescherming tegen verbranding verplicht?

In Duitsland geldt niet alleen de betreffende regelgeving, vooral DIN EN 806-2 hoofdstuk 9.3.2 inzake bescherming tegen verbranding, als richtlijn voor ontwerpers, exploitanten en vaklui. Er bestaan ook bepalingen in deelstaten, afhankelijk van het type instelling, of daar thermostatische beveiliging nodig is en of mechanische beveiliging volstaat. De hierboven vermelde Europese norm adviseert weliswaar thermostatische beveiliging, maar maakt deze niet verplicht. Deze is aanbevolen, juridische uitspraken bewijzen echter dat dezelfde bescherming ook bereikt had kunnen worden door organisatorische of gebruikstechnische maatregelen, die echter ver van de praktijk staan.

De belangrijkste normen inzake bescherming tegen verbranding

De volgende normen en technische bepalingen zijn belangrijk voor het thema verbranding:

  • DIN EN 806-2 (technische regels voor drinkwaterinstallaties – deel 2: ontwerp, hoofdstuk 9.3.2) bepaalt dat installaties voor verwarmd drinkwater zo ontworpen moeten zijn‘dat het risico op verbranding gering is’.
  • Voorts licht de norm toe:‘Aan aftappunten met bijzondere aandacht voor de uitlooptemperaturen, zoals ziekenhuizen, scholen, bejaardentehuizen enz., zouden ter vermijding van het risico op verbranding thermostatische mengkranen moeten worden gebruikt met begrenzing van de maximale temperatuur. Aanbevolen wordt een maximale temperatuur van 43 °C. Bij douche-installaties enz. in kleuterscholen en in speciale ruimtes van verzorgingsinstellingen moet gegarandeerd worden dat de temperatuur niet boven 38 °C kan stijgen.’

Meer informatie over bescherming tegen verbranding staat in

  • DVGW W551 hoofdstuk 5.5.1: ‘Er mogen enkel aftapkranen met afzonderlijke kraanbeveiliging en, indien vereist, bescherming tegen verbranding worden gebruikt.’
  • In DIN 1988-200 (‘Technische regelgeving voor werkplaatsen’ ASR A 4.1 sanitaire ruimtes):‘Er mogen enkel aftapkranen met afzonderlijke kraanbeveiliging en, indien vereist, bescherming tegen verbranding worden gebruikt’.

Bij alle regelgeving wordt de beperking van het risico beklemtoond. Formuleringen als 'zouden moeten', 'aanbevolen', 'indien vereist' bewijzen de normatieve, niet verplichte aard van deze technische regelgeving. De regelgeving bepaalt ook geen specifieke maatregelen om de bescherming tegen verbranding uit te voeren. Er wordt dus niet vermeld of deze tot stand moet komen door bouwkundige ingrepen (thermostaten of mechanische temperatuurbegrenzing) of door andere preventieve maatregelen (afgesloten sanitaire ruimtes, verzorging door vakkundig of verpleegkundig personeel).

Bescherming tegen verbranding als onderdeel van de veiligheidsverplichting

Hoewel de genoemde normen louter adviserend zijn, geldt voor exploitanten van drinkwaterinstallaties en sanitaire installaties in openbare inrichtingen altijd de veiligheidsverplichting. Die veiligheidsverplichting is een cruciaal onderdeel van het Duitse burgerlijk recht en stipuleert dat gevarenbronnen van een voorwerp of een ruimte zoveel mogelijk beveiligd moeten worden om schade aan derden te voorkomen. Als exploitanten aan deze verplichting niet voldoen en hierdoor schade ontstaat, zijn ze verplicht tot schadevergoeding. Voor exploitanten van een drinkwaterinstallatie of sanitaire ruimte betekent dat ook dat ze gepaste maatregelen moeten treffen om schade aan personen door te heet water te voorkomen. 

Verplichtingen voor ontwerpers en exploitanten van drinkwaterinstallaties

Volgens de regelgeving van de werkovereenkomst moeten ontwerpers en installateurs de drinkwaterinstallatie zo ontwerpen en plaatsen dat deze vrij van gebreken en veilig is. De verplichtingen van ontwerpers die daaruit voortvloeien in verband met de regelgeving voor het ontwerp staan in VDI 6023, 4.2 en DIN 1988-200, punt 8.3. Indien in de overeenkomst de kwaliteit van de installatie niet uitdrukkelijk werd bepaald, moet deze geschikt zijn voor het in de overeenkomst voorziene gebruik of voor het gangbare gebruiksdoel en beantwoorden aan de 'algemeen erkende regels van de techniek'. Kortom: als er in de overeenkomst, bijv. in het bestek of in de beschrijving, niet expliciet melding wordt gemaakt van bescherming tegen verbranding, moet deze alleen voorzien worden als deze door wetgeving, verordeningen of erkende technische regels verplicht is. Daarom is het voor exploitanten, ontwerpers en vaklui cruciaal om te weten of en in welke omvang technische regelgeving eisen inzake bescherming tegen verbranding omvat.

Als de instelling zal gebruikt worden door personen die zich niet zelf kunnen beschermen tegen de risico's van heet water, moeten ontwerpers volgens de veiligheidsverplichting de opdrachtgever of de latere exploitant in ieder geval wijzen op een bescherming tegen verbranding en bouwtechnische of gebruikstechnische maatregelen voorstellen. Hoe de bescherming tegen verbranding als onderdeel van de veiligheidsverplichting uiteindelijk wordt omgezet, is een verantwoordelijkheid van de exploitant van de instelling. Het is aanbevolen om het resultaat van de besprekingen tussen ontwerper en exploitant te noteren, zodat bij een claim voor schadevergoeding kan bewezen worden dat de ontwerper de vereiste toelichtingen inzake bescherming tegen verbranding heeft gegeven.

Deskundig wateronderzoek ondanks bescherming tegen verbranding

Bij onderzoek op legionella spec. mag geen mengwater getest worden, aangezien mogelijke resultaten dan niet aan warm of koud water toegekend kunnen worden. Het staat echter vast dat achter een mechanische of thermostatische bescherming tegen verbranding bij de uitloop altijd mengwater aanwezig is, ongeacht of de bescherming tegen verbranding als afzonderlijk onderdeel (haakse-kraanthermostaat) of geïntegreerd in een sanitaire kraan voorhanden is. Deze bescherming tegen verbranding zou daarom voor een deskundig onderzoek buiten werking gesteld moeten worden. Deze demontage kost bij de monstername te veel tijd en is omwille van de aansprakelijkheid niet mogelijk – ook omdat daartoe speciaal gereedschap van de fabrikant nodig is. Daarom moet in stroomrichting als bescherming tegen verbranding altijd een staalafnamekraan gemonteerd zijn.

Feit: bescherming tegen verbranding is verplicht – uniforme regelgeving ontbreekt

Technische regelgeving eist duidelijk voor bepaalde types gebouwen en voor bepaalde gebruikersgroepen maatregelen om verbranding te voorkomen. Welke maatregelen concreet als bescherming tegen verbranding getroffen moeten worden, wordt echter niet vermeld. Tegelijk is de meeste regelgeving louter normatief, d.w.z. adviserend. Uniforme regelgeving is er enkel in enkele Duitse deelstaten en voor specifieke instellingen. Voor alle exploitanten geldt echter de algemene veiligheidsverplichting, die ook de veiligheid van sanitaire installaties en de drinkwaterinstallatie van een gebouw omvat. Een deel daarvan is de bescherming tegen verbranding. Bouwtechnische preventieve maatregelen zijn zinvol en aanbevolen, zeker in ruimtes die kwetsbare personen gebruiken. Uitstekend geschikt zijn bijv. thermostatisch geregelde kranen met mechanische beperking van de maximale uitlooptemperatuur. Dat ontlast het verplegend personeel en vermindert doeltreffend het gevaar op ongevallen. SCHELL biedt talloze producten met een betrouwbare bescherming tegen verbranding, die speciaal zijn ontworpen voor de behoeften van gevoelige groepen zoals kinderen, bejaarden en mensen die verzorging nodig hebben.

Aansluitende thema’s