Richtlijnen inzake drinkwaterhygiëne: een historisch overzicht
Drinkwater is ons belangrijkste levensmiddel. Als ziekteverwekkers, zoals legionella, zich in het drinkwater bevinden, kunnen deze een ernstig risico voor de gezondheid vormen. Om dat de voorkomen, wordt drinkwaterkwaliteit in gebouwen vandaag de dag streng gecontroleerd. De weg daarnaartoe was lang. In de volgende blogbijdrage krijgt u een overzicht van de mijlpalen uit de richtlijnen inzake drinkwaterhygiëne van 1970 tot nu.
De DVGW als pionier ter voorkoming van legionella
In vergelijking met Pseudomonas aeruginosa (zie DVGW W 551-4, ontdekt rond 1882) is legionella een vrij nieuw probleem: de eerste bekende legionella-uitbraak vond plaats in 1976 in de VS, cultureel aantoonbaar is legionella pas sinds 1977. Daarna duurde het nog enkele jaren tot de oorzaken ontdekt werden. Men achterhaalde dat uitbraken van legionella te wijten waren aan watergeleidende systemen, waarna concreet advies werd uitgewerkt. De DVGW, de Duitse vereniging voor gas en water, maakte vanaf toen naam als regelgever voor het behoud van de drinkwaterhygiëne in gebouwen. De DVGW W 551 uit 1993 was de allereerste regelgeving hieromtrent. Deze gold voor nieuwbouw en werd in 1996 aangevuld door de DVGW W 552 voor renovatie. In april 2004 werden beide werkbladen samengevoegd: sindsdien geldt de DVGW W 551, uitgave april 2024. Deze wordt momenteel herwerkt.
25 jaar geleden: de VDI 6023 treedt in werking
Op aansporing en met ondersteuning van het Umweltbundesamt (Duitse federale dienst voor milieu) publiceerde de VDI in december 1999 de eerste witdruk van de VDI 6023 met als titel ‘Hygiënebewuste planning, uitvoering, werking en instandhouding van drinkwaterinstallaties’. De auteurs waren befaamde hygiënisten en vaklui. De richtlijn VDI 6023 geldt al lang als compendium voor de drinkwaterhygiëne met de algemeen erkende regels van de techniek in hygiënekwesties, hoewel deze bij ontwerp en installatie van drinkwaterinstallaties de DIN-regelgeving niet wil of kan vervangen. Deze omvat echter belangrijke aspecten voor de hygiëne, die in die mate niet in de DIN 806- en DIN 1988-reeksen of in DIN 1717 toegelicht konden worden. Voorts was het de eerste regelgeving die bepaalde dat ten laatste na 72 uur een volledige waterverversing via alle aftappunten moest plaatsvinden. Deze toonaangevende richtlijn geldt ook nu nog. Exploitanten kunnen de vereiste waterverversing ofwel handmatig, ofwel geautomatiseerd, bijv. met uiterst efficiënte watermanagementsystemen, uitvoeren.
Eerste wettelijke stap in 2003: bewaking van de drinkwaterkwaliteit in gebouwen
In 2002 schreef dr. Peter Arens, de hygiënespecialist van SCHELL, in IKZ zijn eerste vakartikel: ‘Hygiënische aspecten bij ontwerp en werking van drinkwaterinstallaties, deel 1: invloed op de drinkwaterhygiëne’ en ‘Deel 2: praktijkvoorbeelden’. Op dat moment gold voor exploitanten van drinkwaterinstallaties nog geen verplichting tot onderzoek in gebouwen. Sindsdien heeft de branche veel geleerd. Het uitgangspunt daarvoor was de Duitse drinkwaterverordening (TrinkwV) uit 2001, die begin 2003 in werking trad. Deze omvatte voor het eerst ook een verplicht onderzoek op de aftappunten van drinkwaterinstallaties. Exploitanten moesten nu bijv. het drinkwater bij bepaalde gelegenheden of op vraag van de autoriteiten laten onderzoeken. Gezondheidsdiensten kregen de opdracht steekproefsgewijs het drinkwater te laten onderzoeken ‘op legionella in centrale verwarmingsinstallaties van de installatie van het huis ..., waaruit water voor het publiek wordt ter beschikking gesteld...’, bijv. in scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, hotels en andere gemeenschapsinstellingen. Op basis van de geleidelijk verkregen inzichten voor het behoud van de waterkwaliteit in gebouwen volgden latere drinkwaterverordeningen evenals technische oplossingen vanuit de industrie. Voor het eerst werden door de ‘instantie voor naleving’ ook exploitanten, ontwerpers en vaklui door een drinkwaterverordening verplicht te zorgen voor een hoge waterkwaliteit tot aan elk aftappunt.
Een andere mijlpaal: hoorzitting met experts in 2004 in Bonn
Een andere belangrijke mijlpaal voor de drinkwaterhygiëne in gebouwen heeft een exacte datum: 31 maart 2004, toen prof. dr. dr. med. Martin Exner een hoorzitting met experts organiseerde in het Universitair Ziekenhuis van Bonn. Daar werden ‘installaties van huizen’ waaruit water voor het publiek ter beschikking gesteld werd, aangeduid als ‘potentiele infectiebron’. Prof. dr. med. Exner verklaarde daar: ‘Het staat vast dat een proactieve strategie in tegenstelling tot een reactieve strategie de enige juiste is.’ De resultaten van deze hoorzitting werden in 2006 gepubliceerd in het Bundesgesundheitsblatt (v. 49, pagina 681-686). Dat was het begin en de bevestiging voor talrijke nieuwe technische ontwikkelingen in de sector.
Duitse drinkwaterverordening 2011: legionella als parameter voor regelgeving
In 2011 werd voor het eerst in de Duitse drinkwaterverordening (TrinkwV), § 14, lid 3 de exploitant van een waterinstallatie periodiek verplicht onderzoeken naar legionella uit te voeren en werd het begrip ‘risicoanalyse’ ingevoerd. Die laatste omvat de controle ‘of tenminste de algemeen erkende regels van de techniek worden nageleefd’. Door deze risicoanalyses, sinds 2023 risicobeoordelingen genoemd, kan de actuele stand van de installatietechniek kritisch worden gecontroleerd; ze leidden gedeeltelijk tot een nieuwe beoordeling van de gangbare installatiepraktijk.