Bij de wettelijk voorziene staalafname van drinkwater volgens de drinkwaterverordening uit 2023 gebeuren er in de praktijk steeds weer fouten. Het gevolg zijn onbetrouwbare laboratoriumresultaten en bijgevolg een eventueel onopgemerkt risico voor de gezondheid. Voor duidelijke en betrouwbare resultaten bij drinkwateronderzoek moeten enkele typische fouten bij de staalafname worden vermeden.
Volgens de drinkwaterverordening uit 2023 zijn exploitanten van drinkwaterinstallaties bij een industriële of openbare activiteit verplicht regelmatig het drinkwater te laten onderzoeken. De bepaling van deze verschillende activiteiten staat in de Duitse drinkwaterverordening (TrinkwV) § 2. Daarbij wordt gecontroleerd of zich in het drinkwater potentiële ziekteverwekkers bevinden en of de vastgelegde grenswaarden voor andere microbiologische en chemische parameters overschreden worden. Hier krijgt u een overzicht van vaak gestelde vragen en fouten bij de staalafname van drinkwater.
Wie mag de staalafname van drinkwater uitvoeren?
De drinkwaterverordening van 2023 stipuleert dat de ‘vereiste onderzoeken van het drinkwater inclusief de staalafname […] enkel door daarvoor toegelaten onderzoeksinstanties mogen worden uitgevoerd’ (§ 39 lid 1 Duitse drinkwaterverordening (TrinkwV)). De drinkwateranalyse of staalafname van drinkwater mag dus nooit gebeuren door installateurs, andere dienstverleners of zelfs door de exploitant zelf. Dergelijke staalafname is niet toegelaten. Enkel bevoegde onderzoeksinstanties mogen stalen van drinkwater nemen.
Hoe gebeurt de staalafname van drinkwater?
Hygiënisten zeggen vaak dat de meeste fouten bij de staalafname van drinkwater gebeuren en niet in het laboratorium. De keuze van de plaats voor de staalafname in de drinkwaterinstallatie is daarbij minstens even belangrijk voor de resultaten van de drinkwateranalyse als een deskundige aanpak bij de staalafname. Volgens de drinkwaterverordening moet de staalafname bij de uitloop uit de aftappunten gebeuren, met uitzondering van de parameter legionella. Bij het onderzoek naar legionella moet in objecten met een mechanische of thermostatische bescherming tegen verbranding, bijv. in rusthuizen en kinderdagverblijven, een staalafname-kraan gebruikt worden om de staalafname van mengwater te vermijden.
Ook bij het systematisch onderzoek op legionella zijn speciale staalafname-kranen geadviseerd. De exacte bepaling van geschikte plaatsen voor de staalafname moet door hygiënisch en technisch bevoegde ontwerpers, vaklui of deskundigen gebeuren.
Wat is bij de staalafname van drinkwater niet toegelaten?
Uit routine worden vaak stalen genomen in woningen, die door vakantie of verhuizing niet gebruikt worden. Aan deze werkwijze zijn echter hoge kosten verbonden. Bovendien is het in tegenspraak met het doeleinde van het onderzoek in de drinkwaterverordening uit 2023, zelfs als voor deze woning in principe staalafname werd bepaald. In dergelijke gevallen is het zinvol om een uit voorzorg bepaalde ‘uitwijkplaats’ voor de staalafname van drinkwater te gebruiken. De Duitse federale dienst voor milieu vermeldt hierover: “De staalafname gebeurt bij een reglementaire werking van de drinkwaterinstallatie. Een tijdelijke verhoging van de temperatuur in de warmwaterboiler, spoelingen of een desinfectie van de drinkwaterinstallatie voor de staalafname zijn opzettelijk en niet in overeenstemming met de bedoelde bescherming door het onderzoek volgens de drinkwaterverordening.” Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat in ongebruikte delen van een installatie geen stalen genomen mogen worden en alle ‘speciale maatregelen’ verboden zijn, die het onderzoeksresultaat van de drinkwateranalyse kunnen beïnvloeden, in het bijzonder als hierdoor het resultaat wordt verfraaid. Andersom betekent dat echter ook dat elke manuele of geautomatiseerde waterverversing, bijv. met een watermanagementsysteem, voor de staalafname van drinkwater toegelaten is als deze bijv. elke ochtend om 6 uur voor de eigenlijke werking plaatsvindt.
Is ook in kleine installaties een drinkwateranalyse nodig?
De drinkwaterverordening uit 2023 verplicht geen drinkwateranalyse voor kleine installaties. Het LeTriWa-onderzoek van het Robert-Koch-Institut toont echter aan dat ziektes en overlijdens door legionella in ongeveer 43% van de gevallen verband houden met drinkwaterinstallaties die niet getest moeten worden, m.a.w. bij kleine installaties en vooral bij installaties met een decentrale drinkwaterverwarming. Daarvoor zijn twee belangrijke oorzaken bekend: ten eerste een te beperkt gebruik (prof. Hippelein, Kiel), ten tweede een reeds aanwezige besmetting van het koude drinkwater met legionella door te hoge temperaturen (veel meer dan 25 °C) gedurende een langere periode. Vooral in die twee omstandigheden kunnen zich ook in ‘koud water’ of in afgekoeld warm water van de decentrale drinkwaterverwarmer legionellabacteriën, die goed gedijen in warmte, ontoelaatbaar veel vermenigvuldigen. Bij de verwarming van het koude water wordt legionella onvoldoende gedood, omdat de contacttijd in de warmwaterwisselaar daartoe niet volstaat. Zelfs bij 70 °C duurt dat namelijk minstens 3 minuten, bij 60 °C zelfs ongeveer 30 minuten. Met het oog daarop adviseert het RKI bij ziektes en een vermoeden van legionella in het drinkwater om ook stalen te nemen in installaties, waarvoor een test niet verplicht is.